De nagels van een hond (correct aangeduid als “klauwen”) groeien iets anders, afhankelijk voornamelijk van twee factoren: de geschiedenis van het ras en dus hun genetische samenstelling, en het huidige activiteitsniveau van het huisdier. Rassen die historisch gezien “de grond in gingen,” wat betekent dat ze ongedierte in holen in de grond opjoegen, hebben de neiging langere, dikkere nagels te hebben (denk aan Terriërs), terwijl honden die zijn gefokt vanwege hun uiterlijk of schoonheid, mogelijk nagels hebben die kleiner en delicater zijn (denk aan Maltezer). De sleutel tot het goed beheren van de nagels van je huisdier is om de nagel dicht bij de “quick” te trimmen, wat de ader en zenuw in elke nagel van de hond is, zonder daadwerkelijk te kort te knippen en de nagel te laten bloeden. De meeste huisdieren met een gemiddeld activiteitsniveau hebben meestal minstens een keer per maand een nageltrim nodig, maar sommige huisdieren die zeer actief zijn en op ruwe oppervlakken lopen, kunnen hun nagels natuurlijk vijlen tijdens hun wandelingen. Voor thuistrimmers is het beste advies om te onthouden dat een beetje nagelknippen beter is dan helemaal geen knippen. Zodra je de anatomie van een nagel leert en meer zelfvertrouwen krijgt in het veilig knippen (en vijlen), kun je je huisdier helpen zich op zijn best te voelen door die nagels goed te onderhouden.
Bekijk onze nagelknipper (ideaal voor beginners) hier!